zondag 14 oktober 2012

Donderdag 4 t/m Dinsdag 9 okt - Vegas Baby!!!


Toen we vertrokken vanaf Quail Creek stelden we de Tomtom in op Valley of Fire en gingen we vol goede moed op pad. Bij Mesquite gingen we de interstate af voor een bakkie en daar moesten we al snel aan elkaar toegeven dat al die borden van ‘Las Vegas nog zoveel mijl’ ons dwars zaten. We wilden allebei eigenlijk nog maar 1 ding: Naar Las Vegas, en snel!

Heel jammer van Valley of Fire, maar als de stad lonkt kan je er het beste aan toegeven. Bij de Walmart belden we naar Sam’s Town en we konden zonder problemen een dag eerder komen. Dus de tomtom werd opnieuw ingesteld en we reden lekker door naar Las Vegas. Daar kwamen we nog in de ochtend aan en we hadden dus de hele middag om lekker bij de camper te hangen. Daar waren we echt even aan toe.

’s Avonds zijn we met de shuttlebus naar Fremont Street gegaan en daar hebben we drie lichtshows kunnen zien. De eerste was die van ‘American Pie’ die we vorige keer al zagen. Daarna kwam Queen, dus Sander werd getrakteerd; eindelijk kon hij die van Queen zien! De laatste show was die van Bon Jovi en dat was voor mij dan weer extra leuk. Terug namen we een taxi, want de laatste shuttlebus was uren daarvoor al vertrokken. Bij de camper konden we nog skypen met thuis, want het was daar inmiddels ochtend geworden.

De volgende dagen (en nachten) hebben we besteed aan luieren, winkelen, zwemmen, eten en drinken. We hebben uitgebreid de strip verkend en meerdere bezoekjes aan de Wal-Mart gebracht. Daar vinden we de kleren toch het mooist. Voor al die mooie kleren hebben we uiteindelijk een extra bagagetas moeten kopen, waarmee we bij het inchecken ook nog bijna overgewicht hadden…

Op de camping logeerde een hondje, Bubba, een pup van negen maanden. En dat hondje kwam dus om de twee/drie uur langs onze camper wandelen. Het beestje deed ons zo ontzettend aan hoe-heet-ze-ook-al-weer denken, dat we hem steeds uitgebreid moesten knuffelen. Om na vier dagen afscheid van die schat te moeten nemen, viel ons dan ook best zwaar. Maar we zijn verder niet sentimenteel hoor, helemaal niet…

We hebben in Sam’s Town de Subway ontdekt en zijn compleet verslaafd geraakt aan hun lekkere broodjes. We aten bijna niet anders meer, maar dat gaf niet, want in bijna elk hotel en op elke hoek zit wel een vestiging. Sander heeft bij de Walgreens een supermedicijn tegen zijn niesbuien gevonden; een piepklein pilletje, maar binnen het kwartier doet het zijn werk. In Ceasars Palace heb ik een cd, een dvd en een luchtje gekocht van Celine Dion. We waren graag naar haar show gegaan, maar die speelde helaas niet tijdens onze vakantie. Deze aankopen had ik mezelf beloofd als goedmakertje.

De hotels op de strip maakten dat we van de ene verbazing in de andere vielen. Complete winkelcentra hadden ze daar. Wel met veel van dezelfde winkels. Overal zat wel een Swarovski, een Cartier enz enz. Noem maar op, al die grote merken. Winkels die wij trouwens allemaal voorbij lopen. Wij shoppen liever bij de Wal-Mart… De interieurs van de hotels zijn prachtig, allemaal keurig in thema. We konden overal wel foto’s van maken en daardoor hebben we er verdacht weinig gemaakt.

Op de strip lopen is geweldig, je kijkt je ogen uit. Het enige nadeel zijn (zoals wij ze noemen) de Mexicanen. Die staan op iedere straathoek om de mannen allerlei kaartjes met vieze plaatjes, telefoonnummers en adressen aan te reiken. Op het laatst was ik heel goed in het geven van ‘The evil eye’ waardoor ze Sander braaf oversloegen. Niet dat ie wat had aangepakt trouwens, dat zou ik dan weer eerder doen. Maar niemand wilde ze aan mij geven. I wonder why…?

De minst leuke ervaring was op een loopbrug waar een zwerver een bordje omhad met ‘kick me in the nuts, for 20 bucks’. Die werd dus asociaal hard getrapt door een dronken toerist. Was heel eng om te zien en het ergste vond ik nog dat iedereen erom stond te lachen. Hoe ziek ben je dan? Ik was flink van slag en moest eerst een grote traan wegpoetsen voor ik weer verder kon.

Leuk om te vertellen is dat er op de campground tot twee keer toe mensen op de plek achter ons stonden die aan het eind van hun reis waren. We zouden een ontmoeting hebben met een stel van AllesAmerika die aan hun reis zouden beginnen. Dus we hebben alles aangepakt, zodat we het aan hen konden doorgeven. Ideaal zo. Toen ze uiteindelijk wegreden hadden ze uitpuilende kastjes! De ontmoeting zelf was heel leuk. We hebben de hele avond zitten kletsen over van alles en nog wat.

Op maandag moesten we de camper weer inleveren en dat ging gelukkig lekker vlot. Er waren geen problemen geweest en de camper zag er prima uit. Vanaf Moturis konden we met de shuttle naar het vliegveld. Doordat wij wat later waren, konden we eigenlijk meteen doorlopen de bus in. Perfect natuurlijk. Bij het vliegveld werden we eruit gegooid en moesten we op zoek naar een taxi. Die vond ik… in de vorm van een witte limousine. Hoe decadent is dat!

De chauffeur bracht ons eerst naar het Las Vegas sign, waar we verschillende foto’s hebben gemaakt. Een daarvan is de foto die ik aan mijn collega’s beloofd had. Van mij met mijn volkomen foute dollarketting. Oude collectie hoor, zoiets vind je nu niet meer in Nederland. In Las Vegas daarentegen kwam ik nog veel grotere en foutere dollarkettingen tegen. Zo verschrikkelijk voor aap liep ik dus niet!

Voor onze laatste nacht hadden we het Flamingo-hotel gereserveerd. We hadden een kamer met stripview gevraagd, maar omdat San toch wel erg graag een sigaretje wilde roken, kregen we een kamer in de rookvleugel toegewezen, met gardenview. Ook niet verkeerd. Als afsluiter gingen we eten bij Outback Steakhouse, waar ik na heel veel jaren eindelijk weer van een ‘blooming onion’ kon genieten. Helaas kreeg ik hem niet helemaal op, maar potverdikkie, wat was het heerlijk!!

Om vanuit het Flamingo met al je bagage een taxi te vinden is geen makkelijke opgaaf. We wilden niet met de bagage-drop-off werken, want daar stond een enorme rij. Dus konden we zelf met alle koffers en tassen naar de uitgang zeulen. Die dus niet te vinden was. Uiteindelijk zijn we via het conferentiecentrum op straat beland en moesten we het hele stuk naar de taxistandplaats weer teruglopen. We kregen een vriendelijke dame als chauffeuse. Alleen had zij van “arkievlaai” nog nooit gehoord. Dus zijn we alle terminals afgereden totdat Sander opeens een piepklein bordje van ArkeFly ontdekte. Daarna ging het lekker snel. Inchecken ging meteen goed, de airport security check was zo gepiept en zelfs het wachten op het boarden ging zo voorbij. We hadden Wifi, dus konden uitgebreid chatten met Nederland.

De vlucht verliep goed. Op Los Angeles moesten we allemaal uitstappen en opnieuw door de boardingprocedure. Beetje vaag, maar ach, we konden daardoor nog even de benen strekken. We vertrokken een kwartier te laat uit LA, maar landden 40minuten eerder dan verwacht op Schiphol. Daar stond een enorme rij bij de douane en vervolgens duurde het onwijs lang voordat de koffers tevoorschijn kwamen. Al met al konden we pas twee uur na het landen onze taxichauffeuse (moeders) in de armen vallen. Als een speer naar huis om Leia (die we nog steeds niet gemist hadden…) te knuffelen en al onze spulletjes een plekje te geven. Het was een heerlijke vakantie en we hebben nu echt alles kunnen doen waar we twee jaar geleden niet aan toe kwamen. Volgende reisdoel??? Eerst maar eens lang, lang, heel lang gaan sparen!