Toen we vertrokken vanaf Quail Creek stelden we de Tomtom
in op Valley of Fire en gingen we vol goede moed op pad. Bij Mesquite gingen we
de interstate af voor een bakkie en daar moesten we al snel aan elkaar toegeven
dat al die borden van ‘Las Vegas nog zoveel mijl’ ons dwars zaten. We wilden
allebei eigenlijk nog maar 1 ding: Naar Las Vegas, en snel!
Heel jammer van Valley of Fire, maar als de stad lonkt kan
je er het beste aan toegeven. Bij de Walmart belden we naar Sam’s Town en we
konden zonder problemen een dag eerder komen. Dus de tomtom werd opnieuw
ingesteld en we reden lekker door naar Las Vegas. Daar kwamen we nog in de
ochtend aan en we hadden dus de hele middag om lekker bij de camper te hangen.
Daar waren we echt even aan toe.
’s Avonds zijn we met de shuttlebus naar Fremont Street
gegaan en daar hebben we drie lichtshows kunnen zien. De eerste was die van ‘American
Pie’ die we vorige keer al zagen. Daarna kwam Queen, dus Sander werd getrakteerd;
eindelijk kon hij die van Queen zien! De laatste show was die van Bon Jovi en
dat was voor mij dan weer extra leuk. Terug namen we een taxi, want de laatste
shuttlebus was uren daarvoor al vertrokken. Bij de camper konden we nog skypen
met thuis, want het was daar inmiddels ochtend geworden.
De volgende dagen (en nachten) hebben we besteed aan
luieren, winkelen, zwemmen, eten en drinken. We hebben uitgebreid de strip
verkend en meerdere bezoekjes aan de Wal-Mart gebracht. Daar vinden we de
kleren toch het mooist. Voor al die mooie kleren hebben we uiteindelijk een
extra bagagetas moeten kopen, waarmee we bij het inchecken ook nog bijna overgewicht
hadden…
Op de camping logeerde een hondje, Bubba, een pup van
negen maanden. En dat hondje kwam dus om de twee/drie uur langs onze camper wandelen.
Het beestje deed ons zo ontzettend aan hoe-heet-ze-ook-al-weer denken, dat we
hem steeds uitgebreid moesten knuffelen. Om na vier dagen afscheid van die
schat te moeten nemen, viel ons dan ook best zwaar. Maar we zijn verder niet
sentimenteel hoor, helemaal niet…
We hebben in Sam’s Town de Subway ontdekt en zijn
compleet verslaafd geraakt aan hun lekkere broodjes. We aten bijna niet anders
meer, maar dat gaf niet, want in bijna elk hotel en op elke hoek zit wel een
vestiging. Sander heeft bij de Walgreens een supermedicijn tegen zijn niesbuien
gevonden; een piepklein pilletje, maar binnen het kwartier doet het zijn werk. In
Ceasars Palace heb ik een cd, een dvd en een luchtje gekocht van Celine Dion.
We waren graag naar haar show gegaan, maar die speelde helaas niet tijdens onze
vakantie. Deze aankopen had ik mezelf beloofd als goedmakertje.
De hotels op de strip maakten dat we van de ene verbazing
in de andere vielen. Complete winkelcentra hadden ze daar. Wel met veel van
dezelfde winkels. Overal zat wel een Swarovski, een Cartier enz enz. Noem maar
op, al die grote merken. Winkels die wij trouwens allemaal voorbij lopen. Wij
shoppen liever bij de Wal-Mart… De interieurs van de hotels zijn prachtig,
allemaal keurig in thema. We konden overal wel foto’s van maken en daardoor
hebben we er verdacht weinig gemaakt.
Op de strip lopen is geweldig, je kijkt je ogen uit. Het
enige nadeel zijn (zoals wij ze noemen) de Mexicanen. Die staan op iedere
straathoek om de mannen allerlei kaartjes met vieze plaatjes, telefoonnummers
en adressen aan te reiken. Op het laatst was ik heel goed in het geven van ‘The
evil eye’ waardoor ze Sander braaf oversloegen. Niet dat ie wat had aangepakt
trouwens, dat zou ik dan weer eerder doen. Maar niemand wilde ze aan mij geven.
I wonder why…?
De minst leuke ervaring was op een loopbrug waar een
zwerver een bordje omhad met ‘kick me in the nuts, for 20 bucks’. Die werd dus asociaal
hard getrapt door een dronken toerist. Was heel eng om te zien en het ergste
vond ik nog dat iedereen erom stond te lachen. Hoe ziek ben je dan? Ik was
flink van slag en moest eerst een grote traan wegpoetsen voor ik weer verder
kon.
Leuk om te vertellen is dat er op de campground tot twee
keer toe mensen op de plek achter ons stonden die aan het eind van hun reis
waren. We zouden een ontmoeting hebben met een stel van AllesAmerika die aan
hun reis zouden beginnen. Dus we hebben alles aangepakt, zodat we het aan hen
konden doorgeven. Ideaal zo. Toen ze uiteindelijk wegreden hadden ze
uitpuilende kastjes! De ontmoeting zelf was heel leuk. We hebben de hele avond
zitten kletsen over van alles en nog wat.
Op maandag moesten we de camper weer inleveren en dat
ging gelukkig lekker vlot. Er waren geen problemen geweest en de camper zag er
prima uit. Vanaf Moturis konden we met de shuttle naar het vliegveld. Doordat
wij wat later waren, konden we eigenlijk meteen doorlopen de bus in. Perfect
natuurlijk. Bij het vliegveld werden we eruit gegooid en moesten we op zoek
naar een taxi. Die vond ik… in de vorm van een witte limousine. Hoe decadent is
dat!
De chauffeur bracht ons eerst naar het Las Vegas sign,
waar we verschillende foto’s hebben gemaakt. Een daarvan is de foto die ik aan
mijn collega’s beloofd had. Van mij met mijn volkomen foute dollarketting. Oude
collectie hoor, zoiets vind je nu niet meer in Nederland. In Las Vegas
daarentegen kwam ik nog veel grotere en foutere dollarkettingen tegen. Zo
verschrikkelijk voor aap liep ik dus niet!
Voor onze laatste nacht hadden we het Flamingo-hotel
gereserveerd. We hadden een kamer met stripview gevraagd, maar omdat San toch
wel erg graag een sigaretje wilde roken, kregen we een kamer in de rookvleugel
toegewezen, met gardenview. Ook niet verkeerd. Als afsluiter gingen we eten bij
Outback Steakhouse, waar ik na heel veel jaren eindelijk weer van een ‘blooming
onion’ kon genieten. Helaas kreeg ik hem niet helemaal op, maar potverdikkie,
wat was het heerlijk!!
Om vanuit het Flamingo met al je bagage een taxi te
vinden is geen makkelijke opgaaf. We wilden niet met de bagage-drop-off werken,
want daar stond een enorme rij. Dus konden we zelf met alle koffers en tassen naar
de uitgang zeulen. Die dus niet te vinden was. Uiteindelijk zijn we via het
conferentiecentrum op straat beland en moesten we het hele stuk naar de
taxistandplaats weer teruglopen. We kregen een vriendelijke dame als
chauffeuse. Alleen had zij van “arkievlaai” nog nooit gehoord. Dus zijn we alle
terminals afgereden totdat Sander opeens een piepklein bordje van ArkeFly
ontdekte. Daarna ging het lekker snel. Inchecken ging meteen goed, de airport
security check was zo gepiept en zelfs het wachten op het boarden ging zo
voorbij. We hadden Wifi, dus konden uitgebreid chatten met Nederland.
De vlucht verliep goed. Op Los Angeles moesten we
allemaal uitstappen en opnieuw door de boardingprocedure. Beetje vaag, maar
ach, we konden daardoor nog even de benen strekken. We vertrokken een kwartier
te laat uit LA, maar landden 40minuten eerder dan verwacht op Schiphol. Daar
stond een enorme rij bij de douane en vervolgens duurde het onwijs lang voordat
de koffers tevoorschijn kwamen. Al met al konden we pas twee uur na het landen onze
taxichauffeuse (moeders) in de armen vallen. Als een speer naar huis om Leia
(die we nog steeds niet gemist hadden…) te knuffelen en al onze spulletjes een
plekje te geven. Het was een heerlijke vakantie en we hebben nu echt alles
kunnen doen waar we twee jaar geleden niet aan toe kwamen. Volgende reisdoel???
Eerst maar eens lang, lang, heel lang gaan sparen!